Haagplanten met veelzeggende namen
Als er een nieuwe plant ontdekt wordt, moet die natuurlijk wel een naam hebben. Zeker bij oude planten kan de naam voor een plantensoort door de eeuwen heen en in verschillende talen enorm veranderen. Mensen die geen taalexpert zijn kunnen dan nog moeilijk de oorspronkelijke betekenis van de plantennaam achterhalen. Er zijn echter nog genoeg planten met namen die heel veel zeggen over de eigenschappen van de planten, zoals het uiterlijk of waar ze voor gebruikt worden. In ons assortiment vindt u ook enkele haagplanten met veelzeggende namen. We lichten er een paar belangrijke haagplantensoorten voor u uit.
De levensboom (thuja)
In het Nederlands staat de populaire haagconiferensoort thuja ook wel bekend als de levensboom. Vaak wordt gezegd dat dit een verwijzing is naar de lange levensduur van deze planten. En hoewel deze charmante coniferen enkele honderden jaren oud kunnen worden en u dus een leven lang plezier heeft van een thujahaag, ligt de waarheid anders. De naam “levensboom” verwijst naar de eerste thuja’s die door de Franse ontdekkingsreiziger Jacques Cartier vanuit Canada naar Europa gebracht werden. De Thuja occidentalis of westerse levensboom bleek een uitstekend medicijn tegen de scheurbuik waar zijn bemanning mee te kampen had. We kunnen dus met recht zeggen dat de levensboom levens gered heeft.
De veel aangeplante thuja 'Brabant' en thuja 'Smaragd' zijn kweekvormen van de Thuja occidentalis. Ook de eveneens uit Noord-Amerika afkomstige reuzenlevensboom (Thuja plicata) heeft drie uitstekende haagconiferen opgeleverd: de thuja 'Martin', de thuja 'Excelsa' en de thuja 'Atrovirens'.
De vlinderstruik
De vlinderstruik (Buddleja davidii) is in trek bij mensen die een bloeiende haag willen. Logisch ook, want er zijn maar weinig haagplanten die zo uitbundig bloeien als de vlinderstruik. Bovendien bloeit de vlinderstruik vrij lang; de bloei begint in juli of augustus en de bloemen zijn tot in oktober te bewonderen. Daarnaast heeft u de keuze uit vlinderstruiken met witte, roze en paarse bloemen. Een vlinderstruikhaag is even kleurrijk als vlinders zijn, maar daar heeft de plant zijn Nederlandse naam niet aan te danken. Die naam is een gevolg van de aantrekkingskracht die de vlinderstruik op vlinders heeft.
Vlinders zijn natuurlijk niet de enige insecten die zich aangetrokken voelen tot de heerlijke geur en het nectar van de bloemen aan de vlinderstruik. Ook bijen laten zich hierdoor uw tuin in lokken. Zo’n insectvriendelijke haag is om meerdere redenen een goede toevoeging aan de tuin. Allereerst brengt zo’n haag leven in uw tuin, maar u helpt ook de met uitsterven bedreigde bijenpopulatie met deze kleurrijke haagplantensoort.
De meidoorn, de sleedoorn en de vuurdoorn
Een plantennaam kan iets zeggen over het uiterlijk of het gebruik van een plantensoort, maar ook over andere onderscheidende eigenschappen van de planten. Dat is zeker het geval bij de meidoorn (Crataegus monogyna), de sleedoorn (Prunus spinosa) en de vuurdoorn (Pyracantha). Al deze planten hebben bijzonder scherpe doorns, waarmee ze uitstekend geschikt zijn om in een inbraakwerende haag te gebruiken. De meidoorn en de sleedoorn zijn bovendien inheemse haagplanten. Met ons wisselvallige klimaat kunnen ze dus prima omgaan. Mede daarom worden deze soorten al honderden jaren als plattelandshagen gebruikt.
Alle drie deze soorten bloeien overigens ook opvallend uitbundig met witte bloemen. Na de bloei volgen bessen die vooral bij de vuurdoorn een enorme sierwaarde hebben. Aan deze soort groeien namelijk rode, oranje en gele bessen in behoorlijk grote aantallen. Deze vurige kleuren geven de vuurdoorn de andere helft van zijn naam. In tegenstelling tot de sleedoorn leent de wintergroene vuurdoorn zich overigens ook prima voor gebruik in een kleinere tuin.
De klimop
Sommige plantennamen zijn heel simpel te verklaren. De naam van de klimop (Hedera) is er daar een van: de klimop heet zo omdat de bladeren omhoog klimmen. U heeft in de natuur vast wel eens een boom gezien die volledig bedekt is door klimopbladeren. Dat kunnen ze ook langs een houten of metalen scherm doen om zo een haag te vormen die niet veel breder dan een schutting is. Omdat de klimop wintergroen is, kunt u op deze manier zelfs als u weinig ruimte in de tuin heeft een privacyhaag planten.
Houd het snoeien wel goed bij, want de klimop groeit enthousiast en gestaag door. In het groeien laat hij zich niet tegenhouden door andere planten; daar groeit hij gewoon overheen. Snoeien is een goede manier om de andere planten in uw tuin te sparen. Het goede nieuws is dat u niet op het juiste snoeimoment hoeft te wachten: een klimop snoeien kan op ieder gewenst moment.
De haagbeuk
De naam van de haagbeuk (Carpinus betulus) lijkt in eerste instantie misschien wat abstracter. Hij heeft zijn Nederlandse naam echter gekregen omdat hij in haagvorm zoveel op de “echte” beuk (Fagus sylvatica) lijkt. Vooral het blad vertoont grote overeenkomsten met dat van de groene beuk. Er zijn echter wel belangrijke verschillen tussen de voorkeuren van deze planten. Zo kan een beukenhaag nog slechter tegen natte grond dan een gemiddelde haagplant, terwijl de haagbeuk een van de weinige planten is die zich op zijn gemak voelt in wat nattere grond. Net als de evenzo toepasselijk genaamde watercipres (Metasequoia glyptostroboides) overigens.
Door zijn goede reactie op natte voeten heeft de haagbeuk zich door de jaren heen ontwikkeld tot het voornaamste alternatief voor een beukenhaag. Het enige nadeel aan de haagbeuk is dat hij zijn bladeren verliest, terwijl de beuk zijn bruine, uitgedroogde bladeren de hele winter behoudt. Voor een privacyhaag is de haagbeuk dus niet geschikt. Wel gaat er een spectaculaire gele or oranje herfstkleur aan het vallen van de bladeren vooraf.