4 tips voor een mooier bloeiende haag

4 tips voor een mooier bloeiende haag

4 tips voor een mooier bloeiende haag

Wie voor uitbundig bloeiende haagplanten kiest, zoals de vlinderstruik, de hortensia of de heesterganzerik, wil natuurlijk het liefst dat de planten tijdens hun bloeiseizoen zoveel mogelijk bloemen krijgen. Zo heeft u een maximum aan kleur in de tuin en maakt u uw tuin ook nog eens aantrekkelijk voor nuttige insecten, zoals vlinders of bijen. Wilt u ook kunnen uitkijken naar een haag die zo uitbundig mogelijk in bloei staat? Met onze 4 tips voor een mooier bloeiende haag bent u al een heel eind op weg.

haagplanten in de zon meidoorn

Zelfs bloeiende haagplanten die het prima doen in de schaduw, zoals de meidoorn, kunt u daarom het beste in de zon planten.

Zet uw haagplanten in de zon

Over het algemeen wordt de bloei van bloeiende haagplanten het meest uitbundig wanneer de planten in de zon staan. Zelfs bloeiende haagplanten die het prima doen in de schaduw, zoals de meidoorn, kunt u daarom het beste in de zon planten. Hier zullen uw haagplanten tijdens hun bloeiperiode de meeste bloemen krijgen. Dat betekent overigens niet dat elk beetje schaduw ongeschikt is. Het merendeel van onze bloeiende haagplanten zal ook in de halfschaduw behoorlijk rijkelijk bloeien. Een flinke dosis zonlicht is in de meeste gevallen echter wel gewenst om ervoor te zorgen dat de bloei er zo mooi mogelijk uit zal komen.

Iets om rekening mee te houden bij een standplaats in de volle zon is dat het water dat u aan uw haagplanten geeft daar sneller verdampt. Zeker tijdens de warme zomerdagen kan dit voorkomen. Plant u uw haag op een plek in de volle zon? Houd dan de grond waar de haag in staat goed in de gaten. Voor de gezondheid van uw haag is het beter als de grond altijd enigszins vochtig blijft. Geef ook weer niet te veel water, want de planten kunnen last krijgen van wortelrot als hun wortels langere tijd onder water staan. Een goede drainage is meestal al een belangrijke stap om dat te voorkomen.

Snoei niet te kort bloei sleedoorn

Als stelregel kunt u aanhouden dat de planten die voor eind juni bloeien direct na de bloei gesnoeid moeten worden. (Sleedoorn)

Snoei niet te kort voor de bloei

Bijna alle haagplanten moeten ieder jaar wel een of meer keren gesnoeid worden. Sommige bloeiende haagplanten hebben niet per se snoei nodig, maar zelfs dan is het voor de vorm van uw haag beter als u jaarlijks de zieke takken en de takken die te ver uitsteken uit de planten verwijdert. Om optimaal van de bloei te genieten is het echter wel belangrijk om het snoeimoment zorgvuldig uit te kiezen. Snoeit u te kort voor de bloei, dan is de kans groot dat u takken wegsnoeit waarop de planten zouden gaan bloeien. Wacht u te lang, dan kunnen de bloeiende takken verscholen raken achter takken die niet bloeien.

Als stelregel kunt u aanhouden dat de planten die voor eind juni bloeien direct na de bloei gesnoeid moeten worden. Voorbeelden hiervan zijn de sleedoorn, de gele kornoelje, het Chinees klokje en de spierstruik 'Grefsheim'. Heeft u haagplanten in de tuin staan die daarna bloeien? Dan snoeit u ze pas aan het begin van het voorjaar. Wacht daar wel mee tot er helemaal geen sprake meer is van vorst, anders kunnen de planten beschadigen. Een groot deel van ons aanbod aan bloeiende haagplanten bestaat uit zomerbloeiers, waaronder populaire planten als de vlinderstruik en de hortensia.

Controleer regelmatig op onkruid liguster

Belangrijk voor jonge haagplanten, maar zeker ook voor de bloei is om regelmatig te controleren op onkruid. (Liguster)

Controleer regelmatig op onkruid

Belangrijk voor jonge haagplanten, maar zeker ook voor de bloei is om regelmatig te controleren op onkruid. Naast zonlicht hebben haagplanten namelijk ook water nodig om zo mooi mogelijk tot bloei te komen. Als ze moeten concurreren met onkruid, kan het zijn dat het onkruid alle voedingsstoffen opneemt die eigenlijk voor uw haagplanten bedoeld zijn. Dit risico wordt verder versterkt door het feit dat de wortels van veel onkruid dichter tegen het grondoppervlak aan liggen dan die van de meeste haagplanten. Idealiter groeit er dus helemaal geen onkruid in de buurt van uw haag.

We adviseren bij het planten van uw haag al om een onkruidvrije strook van minstens een halve meter om uw haag te creëren. Jonge haagplanten kunnen zo alle voedingsstoffen opnemen die ze nodig hebben om tot sterke, volwassen planten uit te groeien. Voor de bloei is het ook goed om die grond onkruidvrij te houden. Probeer zoveel mogelijk handmatig het onkruid te verwijderen. Onkruidverdelgers kunnen schadelijk zijn voor haagplanten die maar zeer oppervlakkig wortelen, zoals de sleedoorn en de liguster.

Grond die niet ideaal is bemesten

Vaak is het echter ook mogelijk om de planten in een bodem te zetten die niet helemaal op hun voorkeuren aansluit. (Hortensia)

Grond die niet ideaal is bemesten

Alle planten hebben hun eigen voorkeuren als het op de bodem waarin ze staan aankomt. Staan uw bloeiende haagplanten in de grondsoort waar ze het liefst in staan, dan hoeft u ze normaal gesproken alleen maar regelmatig water te geven en af en toe te snoeien. Vaak is het echter ook mogelijk om de planten in een bodem te zetten die niet helemaal op hun voorkeuren aansluit. Als u droge zandgrond in de tuin heeft, kunt u met regelmatig water geven vaak toch nog genieten van de schoonheid van planten die liever in vochtige grond staan. In grond die niet ideaal is voor de planten die u gekozen heeft kan bemesten ze helpen om voldoende voedingsstoffen op te nemen.

In de meeste gevallen bemest u bij het planten van uw haag en daarna ieder jaar na het snoeien. Bij het planten gaan de meststoffen mee de grond in, na het snoeien is het vaak al goed om de mestkorrels rond uw haag te strooien, ze licht in te harken en water te geven zodat de korrels goed door de grond mengen. Zo kunt u zelfs uitkijken naar een mooie bloeiperiode als de grond in uw tuin niet helemaal is waar uw haagplanten naar op zoek zijn.

loader
Laden...