De tuin voorbereiden op de lente
In de winter zijn bijna alle planten in winterrust. Daarom zal er in die periode weinig werk in de tuin plaatsvinden. Groenblijvende haagplanten, zoals de laurierkers of de meeste coniferen in ons assortiment, zorgen nog voor een mooie, natuurlijke uitstraling in de tuin. Een klein aantal haagplanten kan zelfs al in de wintermaanden beginnen met bloeien, maar in de lente komt de tuin pas echt weer tot leven. Om hier optimaal van te profiteren, is de tuin voorbereiden op de lente een goed idee. We nemen een aantal stappen met u door die u daar tegen het einde van de winter voor kunt nemen.
Opruimen en onkruid verwijderen
Na enkele maanden zonder onderhoud kan het zijn dat de tuin er wat rommelig uitziet. Soms kan dat zelfs bewust zijn. Als matig winterharde haagplanten hun blad verliezen, kunnen de bladeren op de grond een soort natuurlijke bescherming tegen de vorst voor de wortels van de planten bieden. Op de grond rondom wintergroene haagplanten die wat minder goed winterhard zijn kunt u wat stro leggen om de planten te beschermen. Wordt het tegen het einde van de winter wat minder koud, dan is dat een mooi moment om de bladeren op te ruimen en in de gft-bak te gooien. Dan ziet de tuin er meteen een stuk opgeruimder uit.
Hoewel bijna alle planten in de wintermaanden stoppen met groeien, is er onkruid dat in die maanden wel gewoon door blijft groeien. Dit onkruid kunt u het beste voordat de lente aanbreekt uit de grond halen. Naast het feit dat onkruid er niet mooi uitziet, nemen de wortels voedingsstoffen op die in de grond zitten en die kunnen natuurlijk beter naar uw haagplanten en tuinplanten gaan. Het is daarom belangrijk dat u het onkruid bij het verwijderen met wortels en al uit de bodem haalt. Dit kunt u met de hand doen, maar u kunt bijvoorbeeld ook de grond omschoffelen. Hierdoor wordt het moeilijker voor het onkruid om opnieuw te gaan wortelen.
Er is ook een mogelijkheid om onkruid tegen te gaan met tuinplanten. Dat doet u door bodembedekkers in de tuin te planten. Dit zijn overwegend laagblijvende planten met een brede, dichte groeiwijze. Door deze bodembedekkende planten op een kaal stuk grond te planten, blijft er voor onkruid geen ruimte meer over om zich te ontwikkelen. Sommige bodembedekkers, zoals de verschillende soorten kleine maagdenpalm, laten zelfs al heel vroeg in het voorjaar mooie bloemen zien.
De eerste voorjaarssnoei
Is het inmiddels al zo warm dat er helemaal geen nachtvorst meer verwacht wordt? Dan kunt u eventueel al beginnen met snoeien. Als u dit gaat doen, moet u er wel zeker van zijn dat het niet meer gaat vriezen. Zelfs de meest winterharde haagplanten hebben namelijk een verhoogd risico op vorstschade als ze tijdens een vorstperiode open snoeiwonden hebben. Het kost de planten relatief veel energie om deze wonden te laten herstellen. En die hebben ze in de wintermaanden hard genoeg nodig om de koude periode zonder schade te doorstaan, vooral als het om soorten gaat die dan hun groene bladeren behouden.
Zitten er takken aan de planten die tijdens de koudste dagen van het jaar afgestorven zijn? Dan kunt u die zo vroeg mogelijk in het voorjaar afknippen. Vrijwel alle planten hebben in de loop van het voorjaar namelijk een groeispurt. Vooral snelgroeiende haagplanten, zoals de laurierkers, de leylandii, de beuk en de liguster, kunt u dan best sterk terugsnoeien. Ze zullen daarna vrij snel van deze snoeibeurt herstellen. Let bij schubconiferen zoals de thuja op dat u niet verder snoeit dan de takken groen zijn, anders lopen ze niet meer uit.
Welk snoeigereedschap u gebruikt is afhankelijk van hoe uw haag eruit moet komen te zien. Een coniferenhaag met een rechte vorm kunt u gemakkelijk met een grote heggenschaar snoeien. Haagplanten met grotere bladeren kunt u beter tak voor tak met een kleine snoeischaar of tuinschaar snoeien om het blad zo mooi mogelijk te houden. Maar voor alle haagplanten geldt dat uw snoeigereedschap zo scherp en schoon mogelijk moet zijn. Zo laat u snoeiwonden achter die relatief snel genezen en is het risico op verspreiding van schimmelziekten minimaal.
Haagplanten bemesten en mulchen
Haagplanten hoeven niet altijd bemest te worden. Als de planten precies op de bodem en standplaats staan die ze prettig vinden, kunnen ze vaak voldoende voedingsstoffen uit de grond halen waar ze op staan. Niet iedere tuin biedt echter de perfecte grond voor de haagplanten die er staan. Dat betekent niet dat u genoegen moet nemen met andere planten. Met de juiste meststoffen kunt u de planten ook genoeg voeding geven. Vooral organische meststoffen die hun voedingsstoffen langzaam vrij geven zijn goed voor de planten. Er zijn speciale soorten mest voor specifieke soorten haagplanten op de markt, zoals coniferenmest die een taxushaag of thujahaag op droge grond wat extra voeding geeft.
Alle soorten plantenmest hebben hun eigen gebruiksaanwijzing, maar vaak kunt u de mest het beste door de grond rondom uw haag mengen. Doe dit kort voordat u de planten snoeit, want bemesten helpt de planten nieuwe scheuten aanmaken. Als de grond in uw tuin niet van nature rijk aan organisch materiaal is, kunt u in deze periode ook mulchen. Dat houdt in dat u de bodem van uw tuin bedekt met organische materialen die biologisch zullen afbreken. Hierbij kunt u denken aan stro, cacaodoppen, bladeren of zaagsel. Hiermee beschermt u de planten en helpt u ze om de voedingsstoffen in de grond beter op te nemen.